Tom Poes en de koene speurder
In 1941 creëerde Marten Toonder de stripfuguren Tom Poes en heer Olivier B. Bommel. De verhalen van Tom Poes en heer Bommel verschenen aanvankelijk als ondertekststrip in te dagblad De Telegraaf, maar direct na de tweede wereldoorlog ontstond er ook behoefte aan ballonstrips met TomPoes en Heer Bommel.
In 1952 ging het vrolijke weekblad Donald van start. Drie jaar na de introductie deed Tom Poes zijn intrede in dit tijdschrift. In totaal zijn er achtenvijftig verhalen verschenen tussen 1955 en 1969. Tussen 1980 en 1984 werden er nog eens elf verhalen gepubliceerd.
Elke week verschenen er vier – later drie - pagina’s met de spannende belevenissen van Tom Poes en heer Bommel. Uiteraard kon Marten Toonder deze niet allemaal zelf vervaardigen. Hij schreef en tekende de dagstrip al en leidde zijn Toonder studio’s. Daardoor had hij niet voldoende tijd om de pagina’s voor Donald Duck te maken en hij liet dit werk dan ook voor een groot deel over aan zijn medewerkers.
De verhalen werden geschreven door onder andere Lo Hartog van Banda, Andries Brandt, Harry van den Eerenbeemt en Eiso Toondder. De tekeningen en inkleuringen werden veelal verzorgt door Frits Godhelp, Ben van ’t Klooster en Wim Lensen, soms bijgestaan of vervangen door Richard Klokkers, Dick Vlottes, Terry Willers of Frits Kloezeman. Uiteraard werd alles wel door Marten Toonder gecontroleerd en waar nodig gecorrigeerd.
bron: avonturen van Tom Poes uitgeverij Panda
Eerste publicatie in het weekblad Donald Duck in nummer 15 tot en met nummer 23 van het jaar 1960. Als u hieronder op de titel klikt van het boek van uitgever Donald Duck, kunt u ook de voorkanten bekijken van de bladen waar dit verhaal in stond.
We treffen heer Bommel op de grond aan, waar hij zoekt naar aanwijzingen. Tom Poes vindt het maar gek, hoezo aanwijzingen, er is toch nog gene misdaad gepleegd? Maar dan blijkt dat magister Duttel zijn toverboek kwijt is. En dan blijkt ineens dat kruidenier Grootgrut erg zenuwachtig is, overwerkt? Maar dan blijkt dat de kruidenier toch een boek heeft meegenomen. En de markies blijkt ook een boek te hebben geleend. Maar ja het zijn beide niet het boek dat de magister kwijt was. Deze boeken had hij nog niet gemist.
Zou heer Bommel het boek vinden? Misschien dat Wammes Waggel er meer van weet.
Bekijk plakboek