Koning Hollewijn en de flutters
Eerste publicatie in Dagblad De telegraaf van maandag 9 mei 1955 t/m maandag 11 juli 1955
Strook 348-401
In de jaren 1950 gebruikte men het woord 'flut' voor iets dat waardeloos en volstrekt overbodig was. In De flutters ontmoet Wiebeline een dichter die insecten heeft leren zingen en dansen. Als je naar ze luistert verdiepen zij je gevoelsleven. Toevallig ziet de heer Daalder op het paleis de flutter van Wiebeline en dan ruikt hij handel. Iedereen lijkt er beter van te worden, maar aan het eind blijkt de werkelijkheid toch anders in elkaar te steken.
Kunstenaar Halbo Hoep zorgt door zijn creatie van Flutters, zingende sprinkhanen voor onrust en verwarring. Zakenman Magnus D. Daalder ziet er winst in en haalt Koning Hollewijn over in de onderneming te stappen. Omdat minister-president Dreutel hem net verteld heeft dat de schatkist leeg is gaat Hollewijn akkoord. Uiteindelijk blijkt het windhandel en blijft iedereen blut achter. Maar aangezien het verdiende geld door Hollewijn in de staatskas is gestort juist op tijd voor het instorten van de markt en het verdwijnen van de flutters is de maatschappij gered.
Bekijk plakboek