Heer Bommel en de Bovenbazen
Eerste publicatie in De Nationale Rotterdamse Courant; Nieuwe Rotterdamse Courant en vanaf oktober 1970 werd het N.R.C. Handelsblad.
Eerste publicatie van maandag 12 augustus 1963 t/m zaterdag 7 december 1963
Strook 4955-5055
Verhaal uit 1963
Doordat Heer Bommel een weddenschap van Tom Poes wint, groeit zijn kapitaal zodanig aan dat hij tot de bovenbazen gaat behoren. Met geniale transacties doet OBB de economie op zijn grondvesten schudden.
Dit verhaal is ook als hoorspel beschikbaar. Beluister het hoorspel:
aflevering 1; aflevering 2; aflevering 3; aflevering 4; aflevering 5; aflevering 6; aflevering 7; aflevering 8; aflevering 9;
Verteller: Nettie Blanken
Losse rollen:
Nahum Grind: Thijs Feenstra
Amos W. Steinhacker: Frank Lammers
Secretaris Steenbreek: Han Kerckhoffs
Pletduiter : Fred Goessens
Ambrosius Torgelspitter: Harry van Rijthoven
Odin Salamander: Rob van de Meeberg
Basil Horrorkitsj: Bert Luppes
Leverol: Ticho Gernandt
Bij de LR pockets heeft Ad Jekel een mooie passende boekenlegger gemaakt. Print hem uit op stevig papier, knip hem uit, en hij is klaar voor gebruik. Boekenlegger bekijken.
Ook bij uitgave uit 2006 heeft Ad Jekel een mooie passende boekenlegger gemaakt. Print hem uit op stevig papier, knip hem uit, en hij is klaar voor gebruik. Boekenlegger bekijken.
De bovenbazen (MV 104, opgenomen in 'Geld speelt geen rol')
De duit die hij wint door een weddenschap met Tom Poes maakt Heer Bommel zo rijk dat hij automatisch toetreedt tot de Bovenste Tien, een club van met hun initialen aangesproken grootindustriëlen die het wereldkapitaal onder elkaar verdelen ('als jij mij nu een kwart van de petroleum geeft, krijg jij alle fietsen'). Maar de zakelijke instelling van OBB verschilt nogal van die van de andere bovenbazen; met een van breinbaas Kwetal geleend perpetuum mobile (een 'futvoeder') brengt hij het Energie Syndicaat in gevaar, terwijl hij met nog meer 'ragfijn spel' de soliumwinning saboteert om het ecosysteem van Pee Pastinakel van de ondergang te redden. Vanaf de eerste zin ('Het is in de wereld ongelijk verdeeld; sommige lieden hebben niets en andere hebben alles') ontrolt De bovenbazen (1963/'64) zich als een briljante satire op het ongebreidelde kapitalisme en de cultuur van fusies en overnames. De sigaren rokende directeur Amos W. Steinhacker ('zeg maar AWS; noem me geen meneer!') en zijn secretaris Steenbreek zouden in vele andere verhalen terugkeren, wanneer er groot geld op het spel stond.
Toen Marten Toonder dit verhaal in 1963 optekende, had hij al besloten om in Ierland te gaan wonen en zich daar te wijden aan de Bommelsaga. Want de bezoeken die hij elke dinsdag en vrijdag aan zijn Studio's bracht, gaven hem steeds minder vreugde. Hij zocht dan ook naar een overnemer van zijn bedrijf. Zodoende raakte hij betrokken in onderhandelingen met beleggers, bankiers, juristen, adviseurs en accountants -onderhandelingen die niet in zijn aard lagen, maar hem wel een inzicht gaven in de spelingen van het kapitalisme.
Het resultaat daarvan is het nu volgende verhaal over bovenbazen, dat hij maakte als tegenwchtvoor het grofstoffelijke en fantasiloze zakendoen; een verhaal ook, waarmee hij voor zichzelf wilde bewijzen dat hij in zijn Ierse toekomst zijn eigen creatieve sfeer kon scheppen zonder van een geam afhankelijk te zijn.
'De bovenbazen' is klassiek geworden. Wat in 1963 nog toekomstvoorspelling leek, is intussen werkelijkheid: de wereldeconomie wordt in feite bestuurd door enkele aandeelhouders.
Stichting Het Toonder Auteursrecht
Bekijk plakboek