‹ Terug naar overzicht

De avonturen van Panda deel 30

Staat: nieuw
Uitgever: Uitgeverij Cliché, Utrecht
ISBN: 9789064382048

Aanvullende informatie

Inleiding

Net als in het vorige deel staan in deze band vier verhalen die zijn getekend door Piet
Wijn en geschreven door Eiso Toonder, die zijn teksten vanuit Ierland opstuurde.
Het gaat ditmaal om de Panda-productie die in het jaar 1974 verscheen.

Panda en de meester-schavuit (PV124) is een whodunit waarin Joris Goedbloed
ten onrechte een reeks overvallen in de schoenen wordt geschoven. Panda zegt
in aflevering 41 in diens onschuld te geloven: 'De politie vond [ ... ] je hoed bij die
geldauto, maar die kon je daar niet verloren hebben. Want die had je al niet meer
toen ik je voor het laatst bij Hobbeldonk zag.' Hier lijkt iets niet helemaal goed
gegaan te zijn tussen tekstschrijver en tekenaar. In aflevering 19 was namelijk te
zien dat Joris wel degelijk zijn hoed op had en in de aflevering daarop werd die zelfs
opvallend verlicht door de maneschijn. Opmerkelijk is verder de prominente rol
van een kolenkast in de keuken van Hobbeldonk anno 1974, het jaar dat de laatste
kolenmijn in Nederland sloot. Mogelijk was de beleving van tekstschrijver Eiso
Toonder bepaald dopr de situatie in Ierland, waar de mijnen nog tot de jaren negentig
open bleven.

Panda en de meester-herriemaker (PV125) is een van de verhalen over milieuvervuiling
die Eiso Toonder en Piet Wijn in de jaren zeventig maakten. Er kwam in die tijd
een stroom berichten op gang over geluidsoverlast en andere milieu-effecten van
onder meer vliegvelden. In dit verhaal komt Panda' terecht in een strijd tussen de
ondernemers Fluister en Luidop. Beiden zorgen voor geluidsoverlast, hoewel Fluister
niet van lawaai houdt. Twee uitvindingen van professor Kalker, een geluidzuiger en
de decibel-bel, zorgen voor verdere complicaties.

Panda en ·het spook-spraak (PV126) is een sprookje waarin Panda stenen voelt bewegen
op de Honingraatheuvel. Tijdens de oliecrisis van 1974 blijkt Joris Goedbloed, net
als tijdens die van 1956 (Panda en de oliemagnaat, PV 48), feilloos aan te voelen dat
er olie in de grond moet zitten. Evenals in Panda en de meester-goudmaker (PVl15,
1972) speelt een hunebed (dolmen) in dit verhaal een grote rol. Dolmens zijn alom
aanwezig in het westen van Ierland, waar zowel Eiso als Marten Toonder toender-
tijd woonden. Een Bommel-verhaal waarin een dolmen en andere 'oude stenen'
belangrijk zijn is Heer Bommel en de denktank (BV159 1977-'78). Het gedicht dat de
markies De Canteclaer opzegt in aflevering 0102 uit de Bommel-strip zou ook van
toepassing kunnen zijn op de heer Hippolitos in aflevering 75: 'Bij het krieken van
de morgenstond / Staat de steen daar, oud doch struis / En jubelt met granieten
mond / Eind'lijk thuis. Eind'lijk thuis!'

Panda en de meester-krimper (PV127) is een lang verhaal waarin Panda een verklein-
pistool opvist dat is verloren door een vliegende schotel. Joris Goedbloed maakt
zich ervan meester en probeert er geld uit te slaan door kostbare voorwerpen te
verkleinen. Grappig zijn de kunstkenners uit afleveringen 50 en 51 die de door Joris
verkleinde schilderijen bewonderen. Ze doen denken aan de 'Kunstkenners' uit de
serie cartoons 'Het Leven der dieren'van Marten Toonder, gepubliceerd op 8 novem-
ber 1947 in Elseviers weekblad, die onder de indruk zijn van een vervalsing van Han
van Meegeren.

Dick de Boer

 

Afbeeldingen

6LfXCtQZAAAAACfehZwS12RYNcGbtmv3icZDON0b