‹ Terug naar overzicht

De avonturen van Panda deel 21

Staat: nieuw
Uitgever: Uitgeverij Cliché, Utrecht
ISBN: 9789492904348

Aanvullende informatie

Inleiding

In deze band zijn vier verhalen uit de periode 1965-'66 opgenomen. De tekeningen zijn gemaakt door Dick Matena en geïnkt door Richard Klokkers. Deze verhalen zijn de eerste die niet meer geschreven zijn door Lo Hartog van Banda, die in 1965 de Toonder Studio's had verlaten. Vanaf dat moment werd er door verschillende tekstschrijvers aan de strip gewerkt. Andries Brandt was als hoofd strips van de Toonder Studio's eindverantwoordelijk, Eiso Toonder begon in 1965 teksten te leveren en Jan Gerhard Toonder leverde incidenteel teksten.

Panda en de grubbel (PV87) lijkt geschreven door Jan Gerhard, die — in tegenstelling tot de heer Vanondere in aflevering 30-87 — nog lang niet aan het eind van zijn Latijn was. Joris Goedbloed bedient zich in dit verhaal niet alleen van vele Latijnse uitdrukkingen, ook zijn archaïsch taalgebruik is opzienbarend. Zo zegt hij in ailevering 10-87 een 'beprangd gemoed' te hebben. De uitdrukking is eigenlijk 'geprangd (= bedrukt) gemoed', maar door het gebruik van het oud-Nederlandse 'beprangd' wordt de overdrijving nog beter voelbaar. Toch schuwt Joris ook het taalgebruik van de sixties niet met woorden als 'heppening' en 'provo'.
Zijn gave van het woord voorkomt niet dat hij in dit verhaal onder toezicht  Panda als havenarbeider te werk wordt gesteld. Maar dat verandert als hij in een kist tropisch fruit een vreemd wezentje aantreft, de grubbel. Hij richt een stichting op om de grubbels te ontwikkelen.

Panda en de wegdoener (PV88) heet in sommige kranten Panda en de meester-wegwerker. Ook aan de plot hiervan zou Jan Gerhard goed kunnen hebben bijgedragen. De uiteindelijke teksten zijn van iemand anders (Eiso?), in een vaak melige taal ('Ave haasten ons echter de sociaal-voelende lezer te verzekeren... ) In dit verhaal heeft professor Kalker een apparaat uitgevonden dat steen en beton doet verdwijnen. Joris Goedbloed steelt het apparaat om een bank te beroven. Als Panda dat probeert te verhinderen, wordt hij voor de dader aangezien. Joris keert terug als rechtsgeleerde die hem vrijpleit.

In Panda en de meester-geldzamelaar (PV89) krijgt Panda bezoek van vermogensbeheerder Simon $ Geldmaker, die Panda's geld samen met het zijne wil vermeerderen Daartoe past hij allerlei trucjes toe, zoals het lek schieten van banden, die hij dan tegen grof geld repareert. Tegenover hem staat de primitieve Hyacint, die terug wil naar de natuur. Uiteindelijk delft Geldmaker het onderspit tegen belastinginspecteur Hachel Haak — die nog even terugkeert in het volgende verhaal en zes jaar later in Panda en de meester-ruitenier (PV118).
Opmerkelijk is dat de robot van Geldmaker bijna een kopie is van Radar de robot  (1949) uit de Robbedoes-strip van André Franquin, die Matena ongetvvijfeld kende.

In Panda en de meester-kristalkijker (PV90) keert Joris Goedbloed terug, 'na een lange afwezigheid van vele maanden' in het buitenland. Hij heeft een kristallen bol bij zich waarmee hij als 'Ster van Puthra-Puthra' de toekomst voorspelt. Naast potjes-Latijn is hij nu ook het pseudo-Sanskriet machtig. Joris neemt Panda in dienst om zijn voorspellingen te laten uitkomen. Hij denkt een grote slag te slaan met de voorspelling dat een treinlading goud groot onheil zal overkomen. Uiteindeliik moet hij ook in dit verhaal voorkomen dat Panda door zijn schuld de gevangenis indraait.
Het spelen met het oosters gedachtengoed in dit verhaal duidt op de betrokkenheid van Eiso Toonder, die ook in andere verhalen van interesse hiervoor blijk geeft (zie de inleiding bij band 27).
Grappig is verder de opmerking 'Haal die kabinetscrisis van de voorpagina in aflevering 9-90. In de zomer van 1966 berichtten de kranten over een op handen zijnde crisis in het kabinet Cals — dat oktober dat jaar zou vallen.

Dick de Boer

Afbeeldingen

6LfXCtQZAAAAACfehZwS12RYNcGbtmv3icZDON0b