‹ Terug naar overzicht

Volledige werken Koning Hollewijn deel 19

Staat: nieuw
Uitgever: Cliché
Uitgifte: Apr 2024
ISBN: 9789492904331

Aanvullende informatie

Inleiding 

Het ergste wat een bedrijfkan overkomen is een brand. Dat overkwam de Toonder Studio's, 
die anno januari 1971 hun domicilie hadden op het kasteel Nederhorst. Die gebeurtenis gaf 
een extra impuls aan Marten Toonder om orde op zaken te stellen. Tijdens een gesprek met 
zijn zoon Eiso werd besloten te stoppen met Koning Hollewijn, de dagstrip die alleventien 
jaar aaneengesloten verscheen in ochtendblad De Telegraaf Piet Wijn was onaangenaam 
verrast toen hij daarvan - zonder met hem te overleggen - schriftelijk bericht kreeg. Nadat 
Fred ]ulsing zijn medewerking had opgezegd had Marten aan Piet het verzoek gedaan om 
voortaan de potloodschetsen te maken voor Heer Bommel. Naar vermelding negenendertig 
verhalen werden tot 1985 door Piet getekend en deels geïnkt en Marten verbeterde en 
inktte dan de figuurtjes op zijn onnavolgbare manier. Werk had Piet Wijn voorlopig genoeg. 
Tot 1987 had hij diverse klussen voor de Toonder Studio's en met Thom Roep verwierf hij 
wereldfaam met Douwe Dabbert. In hun gezamenlijke stripje De Goeroe verwerkte Eiso 
zijn latere filosofische gedachten. 

De anarchist Zwederik Los.er ontleent zijn kansen voor bomaanslagen aan het krantje met 
astrologische voorspellingen De Telepaat, van de gezusters Mork. In Hollewijn en de aanslager 
raakt Euvel weer aardig gehavend en zelfs bedwelmd als hij de vrijheidsstrijder probeert te 
stoppen bij zijn nachtelijke activiteiten. Aan het einde lezen wij hoe de dolleman is getemd 
door de wijze woorden van een oude koning. 

De baggermolen die Barre Haspel aantreft op het domein van Hollewijn vormt het begin van 
Hollewijn en de ontwikkelsteun. De haven van zijn onafhankelijke vissersoord is dichtgeslibd. 
Twee landen proberen elkaar te overtroeven in ontwikkelingshulp. Zakenman Daalder uit 
Natteveen zendt strijkijzers en koelkasten naar dit oord zonder elektriciteit. Spion Borik 
Zapp uit Tszagaded vraagt zijn land een stroomgenerator te sturen om de bewoners te paaien. 
Die blijven wantrouwend, maar als Wiebel de onheilsprofeet Nolle Steg gunstig kan stem- 
men en Euvel komt aanvaren met de baggermolen keert de rust weer in Schorsenoord. 

Zelfs mevrouw Dreutel stinkt erin als zij Troubelle bezoekt, die als waarzegster voorspellingen 
doet die haar Lexje daarna moet waarmaken. Zo krijgt de oplichter een poot tussen de deur 
van de eerste minister, die hem als adviseur een kamer geeft op het departement. Maar 
Lexje speelt hoog spel en op den duur gaat hij zijn rollen van zowel professor Alexander als 
inspecteur-generaal Sharp door elkaar halen. Hoewel Wiebel na zoveel avonturen hem 
toch kent duurt het in Hollewijn en de futuroloog even voordat zij het bedrog doorziet. 

Toeval bestaat niet. Dreutel en Daalder komen de bewoners van Koudewater verrassen met 
een bouwplan voor een bungalowpark rond het paleis. Dit doet de oude koning besluiten 
dat hij moet plaatsrnaken voor een opvolger. Wiebel pakt haar scootertje en rijdt met haar 
nieuwe vriend Bas achterop naar nicht Adelheid om te informeren of er nog familieleden 
zijn. Bas, oftewel Balthasar van Natteveen, blijkt dezelfde persoon te zijn als de gezochte 
troonopvolger. Aan het slot van Het einde van Koudewater vertrekt de koning met een boot 
naar de eilanden in het westen en zal pas terugkeren als hij de wijsheid heeft gevonden. 
Uitgewuifd door het tweetal dat elkaar innig omstrengeld. Dat komt wel goed met koning 

        Balthasar en koningin Wiebeline.                                                                                  '" 

Wie In de ban van de ring heeft gelezen of de filmtriologie heeft gezien, houdt het beeld 
voor ogen hoe de centrale held tijdens de slotakkoorden met een bootje op zee vertrekt 
om te verdwijnen aan de horizon. Toonder en Tolkien versmelten, beiden volgers van de 
Keltische overleveringen. Wij blijven achter met herinneringen aan een personage waar wij 
van hebben genoten, van_ hebben gehouden en die wij nooit zullen vergeten. 

Eind jaren negentig werd Lo Hartog van Banda benaderd door Dick Matena met de vraag 
of hij eventueel bereid was om samen opnieuw verhalen van Hollewijn te maken. Dat 
bracht bij Lo nostalgische gevoelens boven. Hij schreef spontaan een serie nieuwe afleve- 
ringen die hij heel onhandig ook direct zond aan Marten Toonder. Deze ontbrandde in 
grote ergernis, waarna de misverstanden niet meer konden worden opgelost en het hele 
plan werd afgeblazen.]ammer-jammer. 

Rob Aalpol 

 

Afbeeldingen

6LfXCtQZAAAAACfehZwS12RYNcGbtmv3icZDON0b