‹ Terug naar overzicht

Koning Hollewijn Volledige werken deel 03

Staat: nieuw
Uitgever: Uitgeverij Cliché, Maarsen
ISBN: 978 94 92904 05 8

Aanvullende informatie

Voorwoord
Aan alles komt een eind. Dat wil zeggen: heel veel dingen worden ooit afgerond of gestaakt. Zo is dat ook het geval met mijn uitgevers activiteiten.

In 1974 vroeg Henk Mondria, Toonder-verzamelaar van het eerste uur, of ik de herdruk van zijn Bommelbibliografie zou willen uitgeven. Als mede-Toonderliefhebber en -verzamelaar leek me dat heel interessant. Ik vroeg hem wat ik dan zou moeten doen. Wel, zei hij, mijn teksten zetten en foto's laten maken van alle boeken, tijdschriften en andere Toonder-objecten. Die teksten en foto's dan op standvellen plak-
ken, zodat die als boek kunnen worden gedrukt. Die boeken moet je dan aanbieden aan de boekhandels en de stripwinkels, de bestellingen versturen en factureren.

Zo gezegd, zo gedaan. Maanden lang was ik bezig met Henk's teksten netjes uit te typen op mijn nieuw aangeschafte IBM -typernachine en zorgvuldig plakte ik die teksten mooi op standvellen, waarbij de door Jan Dienske gemaakte fotootjes er gerasterd bij werden geplakt. In september 1974 liet ik meteen maar 5.000 exemplaren drukken van deze nieuwe Bommel-bibliografie. Tot mijn verrassing was het
boek in een maand tijd uitverkocht en kon ik al een tweede druk uitbrengen. Intussen dreef ik, samen met Franny, ons Stripantiquariaat Panda, en werkte ik aan de uitgave van de eerste druk van de Stripkatalogus. Die verscheen in 1976 en ook die verkocht heel goed.

Omdat ik ook een enorme bewondering had voor het werk van Hans Kresse, trok ik de stoute schoenen aan en ging naar hem toe om hem te vragen of ik de verhalen van De jeugd van Eric de Noorman in boekvorm mocht uitgeven. En dat mocht.

In de nu 44 jaar van mijn uitgeversprofessie heb ik het voorrecht verkregen om ruim 400 stripboeken en boeken over strips te mogen uitgeven. Steeds liet ik mij leiden door mijn eigen smaak en gaf ik het beste werk uit van belangrijke stripmakers, zoals Marten Toonder, Hans Kresse, Pieter Kuhn, Alfred Mazure; Piet Wijn, Paul Teng, Dick Matena, Thé Tjong-Khing, Fred Julsing en Marnix Rueb. Maar ook over de grenzen vond ik belangwekkende strips die ik graag in het Nederlands wilde brengen, zoals werk van Georges Pichard, Paul Cuvelier, Moebius, Willy Vandersteen, Tibet, Annie Goetzinger, Jacques Tardi, Paul Gillon, Hugo Pratt, Jéronaton, André Chéret,Jim Holdaway, Enrique Badîa Romero en Peter O'Donnell.

En ook had ik het voorrecht om een aantal belangrijke standaardwerken te kunnen redigeren en uitgeven, zoals De stripkunst van Marten Toonder, Toonder kukel, Heer Bommel en zijn komische kracht, De tao van Toonder, het Barks Boek, Kapitein Robs stormachtige leven en natuurlijk mijn eigen Stripkatalogus en Bommelkatalogus. Nu ik de pensioengerechtigde leeftijd heb bereikt, rond ik mijn activiteiten af. In
2018 komen nog de 52 verhalen van Thijs Ijs, de witte beer uit, in drie banden, gevolgd door de laatste drie delen van de reeks Kresse Bibliofiel en tot slot band 29 van Avonturen van Tom Poes, met daarin de verhalen uit de Wereldkroniek.

De reeksen rond koning Hollewijn de Kleine en rond Plukkie Panda zal ik niet meer kunnen voltooien, maar ik ben heel blij dat de jonge, enthousiaste Ton Mackaaij met zijn Uitgeverij Cliché deze twee Toonder-reeksen zal voortzetten, zodat ik toch nog heel veel van deze schitterende verhalen in een fraaie editie zal kunnen lezen! En zo komt dus niet aan alles een eind, maar gaan heren van stand immer voort op
hun eigen eenzame weg.

Hans Matla

Inleiding
Deze bundel met nieuwe avonturen van koning Hollewijn en Wiebeline Wip heeft veel te bieden. Het zijn verhalen die volstrekt verschillend van aard zijn. In filmtermen gesproken, het zijn verschillende genres: een crimestory, een roadmovie en een slapstick. Vanaf het begin van de serie werkte Marten Toonder samen met Lo Hartog van Banda en wie uiteindelijk het plot en de teksten maakte valt niet te zeggen. Maar in deze beschouwing moet worden meegenomen dat beiden hun inbreng hebben gehad, ook wat deze diversiteit betreft. Je kunt hier spreken van experimenten rond twee hoofdpersonen. De actualiteiten op landelijk en wereldniveau boden in 1956 weinig inspiratie.
Met één uitzondering: Minister-President dr. Willem Drees was dat jaar demissionair en moest een nieuw kabinet formeren. In 1958 beëindigde hij voorgoed zijn loopbaan. Dreutel overkwam hetzelfde maar zat, als onmisbaar bijfiguur, in 1971 nog steevast op de stoel an de premier.

Het dubbele leven is een beklemmend verhaal. In de reeks Hollewijn-verhalen een unieke vertelling. Nooit zal Hollewijns leven zo in gevaar zijn gebracht als in deze geschiedenis. De lezer zal zich al snel verbazen over de weerbaarheid van deze toch zo beschouwelijke hoofdfiguur. Hij blijkt een baasje te zijn dat, als de nood aan de man is, van handelen weet. Niet het uiterlijk maar het innerlijk bepaalt wie de ware koning is. Aldus de wijze les die hij ons verstrekt. Elke ook nu levende monarch zal eens worden geconfronteerd
met dit gegeven!

Hollewijn zoekt een iemand is een verhaal opgebouwd uit een reeks ontmoetingen tijdens een queeste, een lange reis met als doel de perfecte persoon- lijkheid te vinden. Dit op verzoek van Dreutel, wiens kabinet is gevallen en die nu een formateur nodig heeft. Door zijn eeuwige naïviteit wordt Hollewijn steeds weer opnieuw teleurgesteld. De aanleiding en het doel van de reis zijn eigenlijk van minder belang. Wat onderweg gebeurt is memorabel en amusant. En zoals vaker blijkt, is bij thuiskomst datgene waar hij naar zoekt, daar gewoon voorhanden.

Wanneer Hollewijn afreist naar De Korstheuvel belanden wij in een vertelling zonder boodschap of maatschappelijke relevantie. Soms had Toonder 'er behoefte aan om een andere wereld te betreden. Wij zien dat ook bij de Bommel-verhalen. Dat gaf hem de mogelijkheid zijn fantasie de vrije loop te laten en gewoon de dingen te laten gebeuren zoals voortvloeien uit de situatie. Alles wat je nodig hebt is een dorpje vol archaïsche lieden met stereotype uitspraken en gewoonten. Succes verzekerd! In de komende jaren zou Toonder de kleine koning nog vele malen naar De Korstheuvel zenden, ter lering en vermaak van zijn dankbare leespubliek.

Na tien verhalen was Toonder wel ongeveer klaar met het scheppen van de wereld rondom Hollewijn. Slechts een handvol nieuwe bijfiguren zou hierna nog worden geïntroduceerd. De zo waardevolle juffrouw Slommer mag weer plaats maken voor de eeuwig mopperende Pieter Plichtpleger. Een knecht die zich bij alles afvraagt wat de vakbond er wel van zal zeggen, is nu eenmaal nuttiger voor de tekstschrijver en die heeft het uiteindelijk voor het zeggen. De potloodtekeningen van Ben van 't Klooster en het inkten door Ben van Voorn staan model voor het perfecte tekenwerk, dat destijds eigen was aan onze nationale stripfabriek van Marten Toonder.

Rob Aalpol

Afbeeldingen

6LfXCtQZAAAAACfehZwS12RYNcGbtmv3icZDON0b