Avonturen van Tom Poes serie uitgeverij Panda deel 25
Staat: nieuw
Uitgever: Uitgeverij Panda, Den Haag
Uitgifte: Oct 2011
ISBN: 978 90 6438 304 5
Aanvullende informatie
Verantwoording
Vanaf 6 februari 1933 publiceerde de toen twintigjarige Marten Toonder zijn eerste stripverhaal: Bram's avonturen. De held van het verhaal was een simpel getekend figuurtje, de bebaarde Bram Ibrahim.
In maart 1934 wist de kunstenaar in spe de avonturen van het witte beertje Thijs ijs geplaatst te krijgen in het Nieuwsblad van het Noorden en in het Haarlemsch Dagblad.
Deze ondertekststrips - steeds een plaatje met daaronder tekst - werden geschreven door Martens broer Jan Gerhard, door hemzelf getekend en door zijn aanstaande vrouw Phiny Dik in inkt gezet.
Toen Toonder vanaf 1937 bij de Nederlandsche Rotogravure Maatschappij in Leiden ging werken, deed hij daar veel tekenervaring op. Deze uitgeverij en drukkerij produceerde allerlei tijdschriften en hij moest daarvoor realistische illustraties maken bij
alle mogelijke verhalen. Ook verzon en tekende hij diverse humoristische kinderstrips, zoals Fik en Fok, Dikkie en Dunnie en Jim en Soe. Naast deze karikaturale strips zette hij ook het realistisch getekende stripverhaal De doodende straal op.
In de jaren die volgden maakte Toonder honderden stripafleveringen, illustraties en mopjes, voor allerlei bladen in Nederland, België en zelfs Luxemburg.
Toen in 1940 de Tweede Wereldoorlog was uitgebroken, werd het moeilijker stripverhalen gepubliceerd te krijgen. Een ruim inkomen zat er in die eerste oorlogstijd dan ook niet in voor het jonge gezin. Marten wist evenwel zijn toegenomen tekenervaring
ook in te zetten voor het illustreren van boeken. Tussen 1938 en het eind van de oorlog maakte hij voor zo'n veertig boeken de prachtigste illustraties, voor stofomslagen, boekbanden en als opluistering van de verhalen zelf. Phiny Dik - zij had voor haar
publicaties haar eigen naam verrijkt met een 'c' en noemde zich daarin Phiny Dick - schreef in diezelfde periode dertien kinderboeken en ook zij illustreerde er vele.
Eind 1940 ging Toonder met zijn tekenmap onder de arm naar de plaatsvervangend hoofdredacteur van het dagblad De Telegraaf, waar hij onder meer tekeningen van een leuke, witte kater toonde. De hoofdredacteur wilde wel een stripverhaal met die kater voor zijn krant proberen en vanaf 16 maart 1941 stond het stripfiguurtje, dat door Phiny Tom Poes was gedoopt, in deze krant en in haar zusterblad De Courant Het Nieuws van den Dag. Het eerste verhaal werd na zeven weken gevolgd door een tweede en in het derde verhaal verscheen Ollie B. Bommel op het toneel. Hun gezamenlijke avonturen liepen vanaf dan onbelemmerd door tot 20 november 1944.
Toen het einde van de Tweede Wereldoorlog in zicht kwam, was Marten Toonder al bezig om, na de bevrijding, zijn stripverhalen weer te publiceren.
Omdat De Telegraaf een voorlopig verschijningsverbod opgelegd had gekregen, konden zijn verhalen rond Tom Poes en heer Bommel daarin vooralsnog niet worden geplaatst. Maar Toonder wilde toch zijn verhalen blijven schrijven, tekenen èn publiceren. Hij zocht daarom mogelijkheden in een tijdschrift. En die vond hij, zij het nog bescheiden. In de oorlog tèkende hij voor het aanvankelijk ondergrondse satirische tijdschrift Metro vele prachtige illustraties en in dat blad kon Tom Poes weer terugkeren. Op 26 juni 1945 verschenen Tom Poes en heer Ollie in een bijtende spotprent.
Om juridisch geharrewar om vermeende exclusieve publicatierechten van De Telegraaf te omzeilen, begon Marten Toonder met een andere stripvorm: de ballontekststrip. En
daarmee was het met ingang van I september 1945 mogelijk om zijn Tom Poes-strip
gepubliceerd te krijgen en wel in het tweeweeksblad Ons vrije Nederland. Vanaf dat moment was Tom Poes weer terug van weggeweest.
Na de bevrijding kwam in Nederland langzaam aan het treinverkeer weer op gang en de Nederlandsche Spoorwegen brachten om de paar weken een vouwblad uit met een 'beperkte dienstregeling'.Vanaf I oktober 1945 kwamen Tom Poes en heer Bommel'
zeven keer in een kort stripverhaaltje reclame maken voor Ons vrije Nederland.
In het buitenland wist Marten Toonder inmiddels zijn oude Tom Poes-strips opnieuw te publiceren. En eindelijk, vanaf 10 maart 1947 volgden er nieuwe verhalen die in Nederlandse dagbladen konden worden geplaatst, in De Volkskrant en de Nationale
(later: Nieuwe) Rotterdamse Courant.Vanaf dat moment maakten de beide striphelden een gestage ontwikkeling door.
Het schrijven en tekenen van de ondertekstverhalen voor de kranten en de ballon-tekstverhalen voor de tijdschriften kostte toenemend veel tijd. Natuurlijk kon Toonder: dat niet allemaal alleen doen. In de oorlog al had hij medewerkers aangetrokken, die bij hem het vak leerden en die hem assisteerden bij het uitwerken van de dagbladstrips, bij het ontwerpen en tekenen van de merchandising en bij het uitbouwen van zijn Marten Toonder Studio's in de jaren daarna. In die Studio's waren tientallen schrijvers en tekenaars bezig om verhalen te maken, niet alleen van Tom Poes, maar ook van Kappie, Panda, Eric de Noorman, Aram van de Eilanden, koning Hollewijn en vele andere strips. De Studio's werden, onder Toonders leiding, een broedplaats voor jong talent.
Er verschenen heel wat nieuwe Tom Poes-verhalen, geschreven en getekend voor de kranten en voor allerlei tijdschriften, waaronder Ons Vrije Nederland, Zondagsvriend, Kleine Zondagsvriend, Tom Poes Weekblad, De Spaarpost, Pum Pum, Wereldkroniek, AVRO Radiobode en het familieblad Revue, terwijl in Nederlandsch-Indië, Curaçao, Suriname, België, Duitsland, Denemarken, Zweden, Noorwegen en Groot-Brittannië ook oude strips werden herplaatst, soms enigszins aangepast aan de grafische ontwikkeling van de personages. Maar ook de nieuwe verhalen konden aan het buitenland worden verkocht.
In Groot-Brittannië verschenen zelfs geheel nieuwe boeken met prachtig geïllustreerde Tom Poes-verhalen. In band 27 van Marten Toonders Avonturen van Tom Poes zijn de eerste veertien Engelse verhalen gebundeld, vertaald in het Nederlands.
In deze band 28 staan de overige twaalf Engelse verhalen, eveneens vertaald.
Alle publicaties van heer Bommel en Tom Poes zullen in de reeks Marten Toonders Avonturen van Tom Poes worden uitgebracht, zodat al de vertellingen over deze heer van stand en zijn jonge vriend ook voor komende generaties bewaard zullen blijven.
Deze reeks zal, samen met de reeds verschenen Heer Bommel - Volledige werken - De dagbladpublikaties dan een monument vormen voor het belangrijkste oeuvre van Marten Toonder en zijn medewerkers.
De redactie